Er zijn heel veel corona acties. Hierbij zitten heel veel lieve initiatieven. Zo worden er maaltijden verstrekt, boodschappen gedaan en leuke dingen georganiseerd.
Nu we ruim een maand in deze situatie zitten wordt het niveau
van corona acties wat minder. Dit weekend beschrijft Youp in de NRC over een oorlogsveteraan
die 17 miljoen ophaalde voor mondkapjes van verplegers en artsen. Een top
actie. Dit in schrale tegenstelling tot
de actie waarbij BN-ers ‘allerlei oudjes lastigvielen met armetierige rijkers’.
De terechte vraag die Youp stelt is waarom ze dit doen. Is dit om in de telegraaf
te komen?
Youp vreest van wel.
Alle goede bedoelingen ten spijt komt er een lichte irritatie bij mij op bij de zoveelste reclame van een commercieel bedrijf dat het beste met ons voorheeft en daarom graag reclame maakt.
Ik ben zeker niet de enige die moe wordt van deze reclames.
In het dagblad van het noorden haalt columnist Irene van den Berg – ik lees
haar artikelen altijd met veel plezier- uit over de aandacht die naar onze ‘helden
van de zorg’ gaan. Eer betonen aan de medewerkers in de zorg lijkt een
nationale sport te worden. ‘Maar Door voortdurend mensen met cruciale beroepen
te prijzen geeft je mensen aan de zijlijn een trap na’.
De impliciete boodschap is “jullie zitten lekker thuis terwijl wij het land redden”.
De boodschap van Irene is dat iedereen met zijn eigen zorgen
en angsten zit.[1][2]
“Laten we er geen wedstrijd van maken wie het nu het moeilijkste heeft”.
En deze laatste zin komt precies overeen met wat ik schrijf in mijn boekje over inzamelen van geld voor specifieke ziektes zoals Kanker, Alzheimer en depressies (volksziekte nummer 1).
Inzamelen van geld om mensen te helpen is prima, maar het
moet geen wedstrijd worden. (Blz. 187)
[1] René Diekstra
schrijft in dezelfde krant een column -die ook altijd lees- waarin hij schrijft:
Corona confronteert ons met onze kwetsbaarheid en onze fragiliteit.
[2] Zelfs ‘dit was het nieuws’ had een parodie op de melige reclames i.v.m. corona.